Wat is het RS-virus?
RSV staat voor Respiratoir Syncytieel Virus. Het is een veelvoorkomend virus dat infecties veroorzaakt van de bovenste en onderste luchtwegen. Bijna elk kind maakt in de eerste twee levensjaren minstens één keer een besmetting met het RS-virus door. Het virus verspreidt zich via druppeltjes in de lucht (bij hoesten of niezen) en via direct contact met besmette handen of oppervlakken.
Het virus is erg besmettelijk: één niesbui of hoest kan het virus al gemakkelijk overdragen. Vooral in de herfst- en wintermaanden zijn er veel besmettingen, omdat mensen vaker binnen zijn en dichter bij elkaar leven. Oudere kinderen en volwassenen krijgen meestal slechts een milde verkoudheid, maar baby’s, vooral jonger dan zes maanden, hebben nog weinig weerstand en kleinere luchtwegen, waardoor ze ernstiger ziek kunnen worden.
Symptomen van een RSV-infectie:
De klachten beginnen vaak als een gewone verkoudheid:
-
een verstopte of lopende neus
-
lichte hoest
-
niezen
-
soms koorts
Bij jonge kinderen kan het virus zich echter verspreiden naar de lagere luchtwegen, wat kan leiden tot bronchiolitis (ontsteking van de kleine luchtwegen) of soms een longontsteking.
Typische symptomen van een ernstigere infectie zijn:
-
snelle of moeilijke ademhaling
-
piepende of reutelende ademhaling
-
slecht drinken of weigeren van voeding
-
vermoeidheid of sufheid
-
blauwe verkleuring rond de lippen (teken van zuurstoftekort)
Bij baby’s kunnen de klachten plots verergeren. Ze kunnen hun voeding niet goed binnenhouden door het hoesten of benauwd raken bij het drinken. Vooral te vroeg geboren baby’s en baby’s met hart- of longproblemen lopen extra risico op een ernstig verloop.
Wanneer moet je naar de huisarts of het ziekenhuis?
Bij twijfel is het altijd verstandig om contact op te nemen met de huisarts of huisartsenpost, zeker bij jonge baby’s.
Bel onmiddellijk medische hulp bij:
-
ademhalingsproblemen (snelle ademhaling, intrekkingen tussen de ribben, piepende of gierende ademhaling)
-
slecht drinken (minder dan de helft van de normale hoeveelheid voeding)
-
sufheid of moeilijk wekbaar zijn
-
grauwe of blauwige verkleuring van huid of lippen
Soms is een opname in het ziekenhuis nodig, vooral bij baby’s jonger dan drie maanden of bij kinderen met een verhoogd risico. In het ziekenhuis kunnen ze extra zuurstof krijgen of met een sonde gevoed worden totdat ze voldoende hersteld zijn.
Behandeling van het RS-virus
Er bestaat geen specifiek medicijn tegen het RS-virus. De behandeling is ondersteunend en gericht op het verlichten van de klachten:
-
zorgen voor voldoende rust en vochtinname
-
neus spoelen met zoutoplossing bij verstopte neus
-
regelmatig kleine beetjes voeding aanbieden
-
lucht bevochtigen (bijv. met een luchtbevochtiger of door een bakje water op de verwarming te zetten)
Koorts kan behandeld worden met paracetamol, maar alleen volgens de juiste dosering en leeftijdsaanbeveling. Antibiotica helpen niet, omdat het om een virus gaat. In ernstige gevallen kan het nodig zijn dat het kind in het ziekenhuis zuurstof krijgt of geholpen wordt bij het ademen.
Voorkomen van besmetting
Helemaal voorkomen is niet altijd mogelijk, maar er zijn wel manieren om de kans op besmetting te verkleinen:
-
Handen regelmatig wassen, zeker na hoesten, niezen of het afvegen van een neus.
-
Vermijd contact tussen jonge baby’s en mensen met verkoudheidsklachten.
-
Ventileer goed binnenshuis.
-
Deel geen flesjes, speentjes of lepels tussen kinderen.
Er bestaat sinds kort een beschermende antistofinjectie die sommige baby’s extra bescherming biedt tegen een ernstig verloop van een RSV-infectie. Ouders kunnen hierover informatie krijgen via het consultatiebureau of de huisarts.